top of page

Het portret van de stoelkeszetterige

We waren overrompeld! André riep mij. Of ik onmiddellijk naar de ingang wou komen. Iemand met een klacht. Of zoiets.Onze kerk, Sint Salvator of Heilig Kerst, alias Seleskest, nam voor het eerst deel aan open monumentendag.


We hadden nooit kunnen vermoeden dat er zoveel volk zou opdagen. Ik was enkele bekenden aan het rondleiden en hen wat uitleg aan het geven, maar toen dacht iedereen dat ik een heuse gids was en de mensen troepten rond mij samen. Van het een kwam het ander en uiteindelijk loodste ik de hele dag groepjes bezoekers door ons heiligdom.


Maar blijkbaar wou iemand zich beklagen, dus haastte ik mij naar het portaal waar een kranige mevrouw mij al stond op te wachten. Ze zag er eigenlijk niet oud uit, alhoewel een stevige wandelstok en een lichtjes gebogen houding toch suggereerden dat de jaren en de chronische pijn haar leven al een hele tijd verzuurden.


Nog voor ik kon vragen wat ik voor haar kon betekenen, rolde het eruit. Waar het portret van de stoelkeszetterige was?! Dat niemand daarvan op de hoogte bleek te zijn! Het stoorde haar duidelijk.


Moest u niet van Gent zijn, een stoelkeszetterige is een vrouwelijke stoeltjeszetter. De man of vrouw die destijds tijdens de mis het stoelgeld collecteerde. Meestal brachten die mensen voor en na de mis ook de kerk in orde. Duwden ze de misboekjes terug in het gleufje waarmee een kerkstoel zich onderscheidde van een gewone stoel, stoften ze de stoelen netjes af en zetten hen weer strak in het gelid.


Ik wist van geen kanten waarover ze het had. Mijn onwetendheid duurde trouwens een tijdje en hoe meer ik om verduidelijking vroeg, hoe ongeduldiger ze werd. In haar ogen voelde ik mij maar een amateurtje. Want wat wel duidelijk was, was dat ze wist waarover ze het had. Het was alsof ze me vroeg waar de klepel precies hing, terwijl ik nergens een klok zag hangen.


Uiteindelijk kon ik het hele verhaal reconstrueren. Toen de Gentse kunstschilder Theofiel Lybaert in de jaren 1891-1899 in de kerk van Seleskest de kruisweg aan het schilderen was, kon hij het goed stellen met de stoeltjeszetster. Hij vereeuwigde haar in een van de figuren van zijn kruisweg.


De mevrouw vertelde dat haar oma die stoelkeszetterige nog had gekend. Oma had zo vaak getoond waar het dametje nu te midden van de Jodinnen stond.


Nu ze, zoveel jaar later, nog eens naar de kerk van haar kindertijd terug was gekomen, kon ze het vrouwtje niet meer vinden.


Het speet haar heel erg.Ik kon haar niet helpen en dat maakte mij een beetje droef….




bottom of page